Magnificat
(Lucas 1:46-55)



Mijn hart prijst hoog de Heer,
van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder:
daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie,
van heden af prijst elk geslacht mij zalig
omdat aan mij zijn wonderwerken deed Die machtig is, en heilig is zijn Naam.

Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen.
Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen.
Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen.
Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen.

Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken,
gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn
geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze vaderen.